vrijdag 18 december 2009

#2.2. Kaat Mossel revisited

Laat ik het maar bekennen: ik heb gemengde gevoelens over web 2.0-toepassingen. Ik vind het geweldig om te zien wat technisch allemaal mogelijk is. Maar ik vraag me ook oprecht af of al dat vernuft ons voldoende gaat opleveren. Wegen de baten wel op tegen de kosten?

De voormannen van Archief 2.0 kennen geen twijfel. Door het web 2.0 te omarmen kunnen archieven hun publieksbereik enorm vergroten. En vervolgens gaat dat publiek ons ook nog eens helpen onze collecties beter toegankelijk te maken, zo is hun overtuiging. Bijvoorbeeld door de foto's die wij op Flickr zetten van commentaar te voorzien en te taggen.

Het Nationaal Archief heeft daar niet zo lang geleden een experiment mee gedaan. De uitkomsten geven stof tot nadenken. In een half jaar tijd had hun photostream meer dan een miljoen pageviews. Maar het aantal relevante comments viel tegen: 'Bij slechts een minderheid van de foto’s worden door de eindgebruiker door middel van comments relevante gegevens over locatie, datum en personen toegevoegd waarmee beschrijvingen op de beeldbank aangevuld kan worden', aldus het evaluatieverslag Taking pictures to the public. Als het ging om de tags die het publiek had toegevoegd, was men wel enthousiast. Naar de bruikbaarheid daarvan wordt nader onderzoek gedaan.

Voor het vergroten van het publieksbereik is Flickr een prima instrument, zo blijkt uit de pilot van het Nationaal Archief. Maar geldt dat ook voor andere 2.0-toepassingen? Neem de Kaat Mosselblog die we in september en oktober hebben bijgehouden. In oktober hebben we daarop 1455 unieke bezoekers ontvangen - dat is een behoorlijk aantal, vergelijkbaar met wat de Brandgrenssite maandelijks trekt. Bovendien hebben we inhoudelijke respons gekregen, in de vorm van reacties op de blogposts en e-mails, iets wat bij de website weinig gebeurt.


Maar het eigenlijke doel - bezoekers naar onze hoofdsite lokken - hebben we niet gehaald. We kregen nauwelijks verwijzingen vanaf de blog op onze eigen site. Het omgekeerde gebeurde wel. Daar komt bij dat het onderhouden van de blog een forse inspanning vroeg. We hebben elke dag een bericht geplaatst en één bericht was al gauw 4 uur werk. Daarnaast liep er nog een stevige publiciteitscampagne, om aandacht te vragen voor het weblog. Toen die publiciteit wegviel en we geen nieuwe berichten meer plaatsten, daalde het aantal unieke bezoekers naar 450 per maand.

Nu hebben we de lat wel behoorlijk hoog gelegd voor onszelf. Twee of drie keer per week een nieuw bericht was waarschijnlijk ook genoeg geweest. En was al die research echt nodig? Misschien hadden de bezoekers ook genoegen genomen met wat minder diepgang. Ik schreef het al: ik heb gemengde gevoelens



5 opmerkingen:

23 Dingen zei

Pfew, 4 uur gemiddeld voor een bericht op 'Kaat Mossel' is wel veel tijdsinspanning ja. Wat je zegt, iets minder diepgang en dus snellere berichtgeving, zou wellicht ook hebben volstaan.
Het blijft met bloggen altijd heel lastig om de ROI (return on investment) te bepalen. Die is lastig uit te drukken. Wat je er m.i. wel mee bereikt, is dat je je beter in de Google markt zet, maar vooral, dat je je bijdragen openstelt voor interactie. Dat die reacties vervolgens uitblijven (vervelend he, die '0 reacties'?) doet je wel afvragen waar DAT dan aan kan liggen. Schrijfstijl, meer lurkers dan reageerders onder de bezoekers, geen materie om te reageren...?

In die zin kan ik me je twijfel wel voorstellen. Is het eigenlijk wel het 'einddoel' om mensen naar de hoofdsite te lokken? Of moet je niet toe naar een 'overal aanwezig' zijn in verschillende vormen. Dus bloggend, op Flickr, Facebook, chat etc.
Ben benieuwd hoe jullie daar in de loop van 23AD tegenaan gaan kijken met z'n allen!

Patricia zei

Met de blog van Kaat Mossel is van alles geprobeerd. Wie niet waagt.......het is een goede test voor toekomst projecten...en toch aardig gelukt, als je naar de bezoekersaantallen en volgers kijkt.

ArtsgnoJ zei

@23 dingen: Als instelling 'overal aanwezig zijn' is prima wanneer je enige doel is kennis over de geschiedenis van je stad te verspreiden. Maar als je - zoals wij - ook wil dat mensen in je databases gaan snuffelen, dat ze eens een origineel archiefstuk komen bekijken en dat ze zo nu en dan een foto of akte bestellen via de webwinkel, dan kun je je afvragen of verstandig is. In dat laatste geval beschouw je social media sites vooral om bezoekers te lokken, als reclameborden dus. Dat betekent ook dat je vooral dáár aanwezig wilt zijn, waar je potentiële klanten zijn.
@patricia: begrijp me goed: ik ben absoluut overtuigd van de meerwaarde van bloggen voor een archief. Ik heb die kanttekeningen vooral gemaakt omdat ik wel eens indruk heb dat sommigen alleen maar de voordelen van web 2.0 zien. Ik wil - voorlopig vooral voor mezelf - ook de nadelen in beeld proberen te brengen. Dat helpt misschien om weloverwogen keuzes te maken over wat we wel en wat we niet zouden moeten doen.

23 Dingen zei

Advocaat van de duivel spelen is altijd goed ;-) Dat houdt je scherp!
Ik zou met dat 'overal aanwezig zijn' zelfs zo ver willen gaan, dat je widgets ontwikkelt die mensen en organisaties (bijv. collega archieven) op hun website kunnen plaatsen, waarmee zij DIRECT vanaf die plek kunnen zoeken in jullie databases. Vanuit de bibliotheekwereld zijn er een aantal ontwikkelt bij Widgetbox (en werkelijk, het schijnt echt eenvoudig te zijn!). Volgens mij moeten jullie daar ook wel toe in staat zijn.

ArtsgnoJ zei

Met widgets 'overal aanwezig zijn', daarvan zie ik het nut zeker in. Ik herinner me dat we het er wel eens bij de koffieautomaat over hebben gehad naar aanleiding van de zogeheten 'Rijkswidget' van het Rijksmuseum. Dit is iets wat we vast moeten houden als we aan de slag gaan met de doorontwikkeling van de nieuwe website. Goed dat je me eraan herinnerde :|)