maandag 15 februari 2010

#9 Voorouders op de kaart zetten

Een collectieve biografie van de Jongstra's, Hoekstra's en Fokkema's uit de Friese Zuidoosthoek, daar zou ik me wel eens aan willen wagen. Waar woonden ze, wat voor werk deden ze, hoeveel verdienden ze, welke sociale status hadden ze? Zulk soort vragen. Geen genealogie dus, maar prosopografie.

Dat wordt overigens een behoorlijke opgave, want m'n voorouders hebben nauwelijks papieren nagelaten. Een schoenendoos met oude foto's en een notitieboekje waarin pake in de jaren dertig zijn knechtenloon bijhield, is het enige tastbare dat ik heb. Verder een paar verhalen uit familieoverlevering. Bijvoorbeeld dat pake in een van de laatste oorlogsjaren hals over kop van Oldeboorn naar Zorgvlied in Drenthe moest om de boerderij van zijn stiefvader over te nemen, die was omgekomen bij het graven van een tankgracht in de buurt van Dwingeloo.

Uit dat soort verhalen had ik al de indruk dat m'n grootouders, overgrootouders en bedovergrootouders behoorlijk mobiel waren. Een eerste zoektochtje in Genlias en de databases van Tresoar bevestigt dat. Geen Jongstra, Hoekstra of Fokkema is in hetzelfde dorp gestorven waar hij of zij is geboren. En kinderen krijgen deden ze vaak in wéér een ander dorp. Ik heb 't voor de grap maar eens in Google Maps gezet.


Zuidoosthoek weergeven op een grotere kaart

Als ik meer gegevens had, zou ik inzoomen en de situatie in - laten we zeggen - Hemrik anno 1910 of Bakkeveen omstreeks 1930 'in kaart brengen'. In de ideale web 2.0-wereld zou ik bij die klus natuurlijk gebruik maken van het voorwerk van anderen. Voor het gebied waarin ik geïnteresseerd ben heeft de Fryske Akademy dat voorwerk al een beetje gedaan. In het Historisch GIS Fryslân zijn kaarten te vinden van het grondgebruik in Friesland in 1832. Als ik daar nu mijn informatie over Hemrik in 1910 en Bakkeveen in 1930 aan toevoeg, heb ik een mooie kaart, de Fryske Akademy extra data over de geschiedenis van de provincie en Tresoar weer een paar bronnen ontsloten. Mooi toch? Helaas, de werkelijkheid is anders: het enige wat ik met de kaarten in HisGis mag doen is ernaar kijken - zoals we ook alleen mogen kijken naar de kaarten in Mijn Historisch Rotterdam.
Het kan anders. De Virtual Knowledge Studio van de KNAW is bijvoorbeeld bezig met MAPS. Dit project, waarbij ook het Nationaal Archief en nog een paar andere instellingen betrokken zijn, moet over een paar jaar een systeem opleveren waarmee manuscriptkaarten door gebruikers gegeorefereerd, geannoteerd en aan documenten gekoppeld kunnen worden. De resultaten daarvan worden vervolgens in mash-up kaarten aan de onderzoeker ter beschikking gesteld. Het risico is natuurlijk dat dit vooral een speeltje wordt van een klein groepje specialisten. Toch denk ik dat de toekomst van archieven, als het om web 2.0 gaat, eerder in dit soort toepassingen ligt, dan in Flickr, Google Maps of LibraryThing. Waarom ik dat denk, hoop ik in m'n volgende bericht duidelijk te maken.