zondag 30 mei 2010

#22 smartphones, huishoudboekjes en bokstitels

Een mens moet keuzes maken in zijn leven. Een van míjn keuzes is de aankoop van een smartphone nog even uit te stellen. Dat is geen principekwestie. Het huishoudboekje staat het gewoon niet toe. Uit eigen ondervinding kan ik dus niks zinnigs melden over mobiele toepassingen. Maar misschien dat we al deducerend ook een eind komen. Laten we eens kijken wat dat oplevert.

Een belangrijke eigenschap van mobiele telefoons en smartphones is het compacte formaat - je moet ze tenslotte makkelijk kunnen meenemen. Dat brengt met zich mee dat de informatie die je via dit kanaal aanbiedt, eveneens compact moet zijn. Afbeeldingen moeten niet te veel details bevatten, want die vallen toch weg op het kleine beeldschermpje. Teksten dienen zich beperken tot de essentie, want geen mens leest hele lappen tekst op z'n smartphone. Daar hebben we inmiddels e-readers en Ipads voor.

Voor archieven betekent dit waarschijnlijk dat het niet zo heel veel zin heeft om de beeldbank of de archiefinventarissen geschikt te maken voor mobiele raadpleging. Die bekijk je liever in alle rust thuis op een groot beeldscherm dan op straat of in de trein op je mobieltje. Een mobiele wiki, met korte, feitelijke informatie over de stad, voldoet dan beter aan de eisen. Belangrijkste doelgroepen zijn in dat geval natuurlijk niet onderzoekers en genealogen, maar toeristen en dagjesmensen. Zo'n mobiele app zou ook goed aansluiten bij de 3D architectuurapplicatie van het NAi - voorheen SARA. Dan ontstaat er misschien wel een soort digitale reisgids over Rotterdam, die je niet alleen vertelt wat er vroeger op de plek van het stadhuis stond, maar ook hoeveel titels Bep van Klaveren heeft behaald in zijn lange bokscarrière. En dan moet er natuurlijk tevens in staan waar je de leuke terrasjes vindt en je goedkoop kan overnachten.

zondag 23 mei 2010

#21 Bekentenissen van een lurker

Ik wist dat ik tijdens deze cursus een keer uit de kast moest komen. Dus vooruit maar. Ja, ik geef het toe: ik ben een lurker! Vrijwel wekelijks bezoek ik Archief 2.0. Meestal lees ik een of twee berichten die me interessant lijken. Soms klik ik door naar een aanbevolen website. Maar ik zal nooit zelf iets posten. Reageren doe ik evenmin. Ik ben zelfs geen lid, en nog erger: ik ga het waarschijnlijk ook niet worden.

Het is verwerpelijk, ik weet het. Maar het is sterker dan mijzelf. Ik weet ook niet goed waar 't vandaan komt. Aan de uitgangspunten van Archief 2.0 ligt het niet. Wat er in het manifest voor de archivaris 2.0 staat, kan ik in grote lijnen wel onderschrijven. Het zal dus wel te maken hebben met de toon en de inhoud. Misschien laat ik mij wel intimideren door het aplomb waarmee sommige deelnemers zich manifesteren. Ja, dat zal het zijn. Een aantal leden van Archief 2.0 lijkt precies te weten waar het met het web naar toe gaat en hoe archieven daarop moeten inspelen. Ze zien er ook geen been in om anderen de les te lezen als die tekort schieten in hun enthousiasme voor web 2.0, of als ze steken laten vallen bij het uitproberen van een nieuw stukje techniek.

Ik ben altijd jaloers op mensen met zekerheden. Ik ben al mijn hele leven op zoek naar het Ware, het Schone en het Goede, maar dat heeft tot nu toe weinig meer opgeleverd dan twijfels en vragen. Als het om web 2.0 gaat, is dat niet anders. Zelfs als we in één weekeinde 200.000 views krijgen op onze Flickr photostream is dat aanleiding voor kanttekeningen: 200.000 views? Gôh. Leuk. Maar hoeveel bezoekers zijn dat dan? En zijn dat bezoekers waar we als archief iets aan hebben? We krijgen namelijk op onze eigen site zo verrekte weinig doorverwijzingen vanaf Flickr. En die 120 volgers op Twitter, is dat nou echt de moeite waard? Zijn deze grote platforms überhaupt wel de meest geschikte voor onze doelgroepen?

Dit zijn geen vragen die ik aan de Archief 2.0-community durf voor te leggen. Dan sta ik binnen de kortste keren te boek als die cynicus van het archief in Rotterdam, die wel de prijs van web 2.0 kent, maar niet de waarde.

donderdag 13 mei 2010

#20 Grote en kleine geschiedenis

Footnote is leuk speelgoed. Hoewel het een door en door Amerikaans product is, zijn er ook over Europese en zelfs Nederlandse geschiedenis aardige dingen te vinden. Zoek maar 'ns op "Rotterdam" en "bombardment". Dat levert onder meer een transcript op van het verhoor van Hermann Göring voor het Neurenberg Tribunaal. Het nazi-kopstuk verklaart daarin dat de Duitse luchtaanval van 14 mei 1940 eigenlijk vrij bescheiden was geweest. De verwoestingen en het grote aantal slachtoffers was volgens hem vooral te wijten aan het laffe optreden van de brandweer. Tsja, je moet wat als de doodstraf je boven het hoofd hangt.

Het mooie is dat je dit soort documenten op Footnote niet alleen kan bekijken, maar dat je er ook van alles mee kan doen. Je kunt ze annoteren - wat eigenlijk wil zeggen dat je er metadata aan hangt - je kunt ze toevoegen aan je eigen pagina en er dan een verhaal bij schrijven en die pagina vervolgens koppelen aan andere pagina's. Allemaal functionaliteit die ook heel mooi zou passen in de denkbeeldige sociale netwerksite voor de geschiedenis van de Friese Zuidoosthoek, waar ik het eerder over had.

De documenten over Europa behoren tot de grote collectie gedigitaliseerde bestanden uit Amerikaanse archieven. Dat zijn allemaal stukken die betrekking hebben op Geschiedenis met een hoofdletter G: de keerpunten, de breukvlakken, de spreekwoordelijke ten days that shook the world. Maar ze brengen die gebeurtenissen soms zo dichtbij dat je ze bijna denkt te kunnen aanraken. De historische sensatie - in de betekenis die Johan Huizinga eraan gaf - is daardoor nooit ver weg. Daarom is het raar dat er relatief weinig met die documenten gedaan lijkt te worden. En wat ermee gedaan wordt, is afkomstig van steeds weer dezelfde personen.

Wat je daarentegen wel heel veel op Footnote aantreft is geschiedenis met een kleine "g", de petite histoire, de omgekeerde schoenendozen met familiekiekjes, pasfoto's, knipsels uit de plaatselijke krant, genealogische informatie, herinneringen. Begrijp me goed, er is helemaal niks mis met petite histoire. Maar het betekent wel dat een flink deel van de bronnen op Footnote zijn beoogde publiek niet bereikt. En dat is best iets om over na te denken.

In mijn ogen onderstreept dat nogmaals de stelling dat confectie niet werkt in deze branche, maar dat je maatwerk moet leveren: alleen díe bronnen waar je doelgroep behoefte aan heeft, en met dát gereedschap waar zíí mee uit de voeten kunnen.